Brief – 1 juni 2009

Brief van René Mäkel aan NIP, 1 juni 2009.

Geachte mevrouw Pekelharing-de Plaque,

Naar aanleiding van mijn schrijven aan u, gedateerd op 9 maart 2009, heb ik geen enkele reactie mogen ontvangen, terwijl mijn inziens de opmerkingen van mijn zijde betreffende het CCM te Apeldoorn toch de nodige vragen met de daarbij behorende antwoorden zouden moeten oproepen. U vervolgt mijn klacht gericht aan Susan van Tongeren en doet voor de rest of uw neus bloedt. Helaas is dit voor mij de bevestiging dat ik weer eens met een onvolwassen, egocentrische en halsstarrige organisatie te maken heb, die zichzelf staande probeert te houden door strikt de door zichzelf opgestelde regels te blijven hanteren.

Door te zwijgen kan er nooit recht worden gesproken. Een organisatie die zelf zwijgt, kan dan ook geen recht spreken, maar hoogstens alleen een “stomme film” opvoeren. Overigens laat u eveneens hiermee zien dat het NIP primair niet geïnteresseerd is in verbetering van de diensten van haar organisatie en leden maar het ophouden van een wassen neus. De tijd zal het leren hoe lang deze nepneus nog blijft zitten en dat zichtbaar wordt, dat daaronder zich een hevig bloedend exemplaar bevindt.

Omdat ik geen zin heb om mijn vrije tijd aan deze “stomme film” te besteden waarvan de uitslag op voorhand al vast staat, zie ik er dan ook geen nut in om meer energie in mijn klacht te stoppen.

Anders gezegd:

Mijn klachten ten aanzien van het functioneren van de betreffende organisaties en de daaraan gelieerde psychologen blijven bestaan, maar ik trek mij terug uit de klachtenprocedure.

Desalniettemin,

Hoogachtend,

René Mäkel