Brief – 10 september 2009

Brief van NIP aan René Mäkel, 10 september 2009

Geachte heer Mäkel,

Uw brief d.d. 17 augustus 2009, en door het NIP ontvangen op 20 augustus jl., heb ik in goede orde ontvangen. Dit geldt ook voor uw brief aan het College van Toezicht van het NIP, die u als bijlage daaraan heeft toegevoegd.

Uit uw brief maak ik op dat u een aantal vragen aan het College van Toezicht heeft gericht. Inmiddels heeft mevrouw mr F. Pekelharing – de Planque, secretaris van het College van Toezicht, een aantal van uw vragen beantwoord. In het onderstaande zal ik trachten de vragen die betrekking hebben op de beroepscode voor psychologen en de klachtenprocedure bij het NIP in het algemeen te beantwoorden.

Vragen 1 en 2.

Zoals ook vermeld door de secretaris van het College van Toezicht, stelt het door u genoemde Centrum voor Competentiemeting en Monitoring (CCM) in de rapportage “zich te conformeren aan de beroepsethische gedragsregels van het NIP’. De secretaris omschrijft deze gedragsregels in haar brief van 4 augustus jl. als “de standaard, die het NIP heeft ingesteld in de regels van de Beroepscode’. Deze omschrijving doelt op dezelfde beroepsethische gedragsregels die het NIP heeft vastgelegd in de Beroepscode voor psychologen. Hier is dus geen sprake van een andere betekenis.

Desalniettemin wil ik u er, misschien ten overvloede, op wijzen dat alleen de individuele psychologen die lid ,ij van het NIP zich binden aan het naleven van de beroepscode. Klachten kunnen bij het College van Toezicht alleen worden ingediend tegen individuele NIP-leden, en niet tegen de bedrijven of organisaties waar deze psychologen werkzaam zijn.

Vraag 3

Een klacht kan door het College van ‘Toezicht slechts in behandeling worden genomen wanneer de betreffende psycholoog lid was van het NIP ten tijde van het door de psycholoog verrichte psychologische onderzoek en het opstellen van de rapportage.

Vraag 4

Het NIP kent geen andere manier om kennis te nemen van de genoemde rapportage van de betreffende psycholoog of deze te beoordelen dan in de vorm van een formele klacht bij het College van Toezicht.

Vraag 5

De eisen die aan de psycholoog m.b.t. het opstellen van een dergelijke rapportage kunnen worden gesteld zijn vastgelegd in de beroepscode voor psychologen. Het College van Toezicht kan alleen in het kader van de klachtenprocedure beoordelen of het beroepsmatig handelen van de psycholoog m.b.t. de betreffende rapportage de toets aan de beroepscode kan doorstaan.

V.w.b. uw vragen m.b.t. de stukken die deel uitmaken van het klachtdossier en de klachtenbehandeling door het College verwijs ik u graag naar de secretaris van het College van Toezicht.

In de verwachting hiermee uw vragen voldoende te hebben beantwoord.

Met vriendelijke groet,

Mw. Mr Rosalinde Visser,

Stafmedewerker Beroepsethiek