Brief van NIP aan René Mäkel, 4 augustus 2009
Geachte heer Mäkel,
Naar aanleiding van uw correspondentie, waarin u met vragen/opmerkingen komt aan/voor het Secretariaat van het College van Toezicht, wil ik u enige toelichting geven.
U voert een klachtprocedure bij het College van Toezicht, dat ingesteld is door het NIP, een Beroepsvereniging van psychologen. Het College van Toezicht is een orgaan van het NIP. Het College werkt echter onafhankelijk van het NIP. Niet het NIP behandelt uw klacht, maar het College van Toezicht van het NIP.
Een klachtprocedure bij het College van Toezicht van het NIP wordt gevoerd tussen de klager en de verweerd/ster, die psycholoog NIP-lid is. Het secretariaat van het College verzorgt de stukkenwisseling en begeleidt de procedure.
Het College van Toezicht komt pas met een inhoudelijk oordeel over een klacht, nadat de schriftelijke stukkenwisseling tussen de partijen heeft plaatsgevonden, en er – in de meeste gevallen – ook een mondelinge behandeling van de zaak is geweest, waarin aan beide partijen nader vragen kunnen worden gesteld door de leden van het College en ruimte wordt geboden voor eventuele nadere toelichting door de partijen.
Wanneer een client van een psycholoog overweegt een klacht in te dienen, kan bij het NIP bureau worden nagevraagd of zijn/haar behandelaar lid van het NIP is.
In uw brief van 15 februari 2009 geeft u adressen van instellingen. Tegen instellingen kan geen klacht worden ingediend – zoals ik u in iets andere bewoordingen schreef in mijn brief 23 februari 2009 – omdat een instelling als zodanig geen lid kan zijn van het NIP. Alleen individuele psychologen kunnen lid zijn van het NIP. Alleen tegen psychologen die lid zijn van het NIP kan een klacht worden ingediend.
Niet het NIP heeft aan u (zie uw e-mail van 1 maart jl.) om nadere informatie over de aan te klagen psychologen gevraagd, maar het College van Toezicht. Adresgegevens worden door een werkgever (en kennelijk ook door de afdeling voorlichting van het NIP) niet makkelijk verstrekt. Of een psycholoog NIP-lid is, en wat zijn/haar voorletters zijn, is het best te achterhalen bij de psycholoog zelf, bij diens werkgever of, inderdaad, bij de afdeling voorlichting van het NIP. Voor het College van Toezicht is het ondoenlijk om alleen met een – vaak veelvoorkomende – achternaam en soms nog een afkorting van een voornaam, met zekerheid te achterhalen of iemand NIP-lid is. Het College acht het onjuist op de gok een NIP-lid aan te klagen, nog afgezien van het feit dat daarmee vertrouwelijke informatie over een klager in verkeerde handen terecht zou kunnen komen.
Het tuchtrecht is bedoeld om de kwaliteit van handelen van de leden van het NIP te toetsen aan de standaard die het NIP heeft gesteld in de regels van de Beroepscode.
U hebt de rapportage van het CCM als stuk ingediend. Daarmee zit het in het klachtdossier. Het secretariaat van het College heeft niets in een doofpot gestopt.
Als enigerlei instantie die geen lid is van het NIP, de naam van het NIP blijkt te misbruiken, kan het Algemeen Bestuur van het NIP hiervan in kennis gesteld worden. Het valt buiten de competentie van het College van Toezicht daar een oordeel over te vellen.
De keuze is op dit moment aan u, en niet aan het College van Toezicht, deze klachtprocedure al dan niet voort te zetten.
In de hoop u voldoende te hebben geïnformeerd over de procedure, wacht ik uw repliek, of uw mededeling dat u verder van de klachtbehandeling afziet, af.
Hoogachtend
Mw. Mr. F.M. Pekelharing-de Planque
Secretaris College van Toezicht NIP