EEN ADVOCAAT OP MIJN DAK
Tegen het einde van januari 2013 ontving ik een uitgebreide brief, zowel aangetekend als per gewone post. De brief bleek afkomstig van Vereenigde Octrooibureaux N.V. uit Den Haag. Dit kantoor was door Nucletron/Elekta gemachtigd de procedure met betrekking tot de octrooiaanvraag van het patent te regelen. Dit kantoor had een leger aan octrooigemachtigden, merkengemachtigden en twee advocaten in dienst, die zich met octrooien en merken bezig hielden. Omdat blijkbaar tussen belanghebbenden niet altijd alles koek en ei was, had dit bureau destijds deze twee advocaten in dienst. De brief was geschreven door één van de twee advocaten: mevrouw mr. A.H. de Bosch Kemper-de Hilster. Als er onenigheid is tussen belanghebbenden, of misschien kan ik het beter hebben over partijen, dan worden de belangen van beide partijen dikwijls verdedigd door advocaten. Ik zou nog respect kunnen hebben voor advocaten die simpelweg een geschil voorleggen aan een rechter. Helaas is de werkwijze van de gemiddelde advocaat van dien aard, dat door middel van afdreiging (dreigen, maar dan zonder fysiek geweld) wordt geprobeerd het vooropgestelde doel te bereiken. Hoe het mij verging, kunt u hieronder lezen.
Mevrouw mr. A.H. de Bosch Kemper-de Hilster bleek te beschikken over mijn arbeidsovereenkomst en vaststellingsovereenkomst met Nucletron/Elekta. Omdat deze advocate in dienst was voor het octrooibureau, wist zij precies wat er speelde en wat mijn rechten en plichten inzake deze procedure waren. Zij probeerde mij in haar brief te overtuigen dat ik verplicht was mee te werken aan het doorlezen, ondertekenen en opsturen van de documenten. Dit deed zij door diverse argumenten te geven, waarbij zij citaten aanhaalde uit mijn arbeidsovereenkomst en vaststellingsovereenkomst. De truc, die advocaten hierbij meestal toepassen, is dat de advocaat een eigen interpretatie geeft van de aangehaalde citaten. U leest het goed: de advocaten geven een draai aan de betekenis van een tekst, zodat het in hun voordeel uitkomt. Vervolgens wordt gedreigd met represailles, indien de eis van de advocaat niet wordt ingewilligd. Deze truc wordt toegepast, omdat veruit de meeste mensen zullen toegeven na het ontvangen van een dreigbrief van een advocaat. Mevrouw mr. A.H. de Bosch Kemper-de Hilster paste deze truc ook bij mij toe.
Voorts hoop ik dat u zich mijn situatie kunt voorstellen. Ik heb het niet over twee bedrijven of ondernemingen die advocaten inhuren om een geschil uit te vechten. Nee, ik heb het hier over een zeer groot bedrijf dat een advocaat inhuurt en een privé persoon, die overspannen en ziek was gemaakt door datzelfde bedrijf. In mijn geval was het een persoonlijke kwestie en zou ik in mijn vrije tijd en met mijn eigen geld de strijd moeten aangaan met een bedrijf dat mensen inhuurde om voor de onderneming te strijden. Omwille van mijn gezondheid had ik bij Nucletron/Elekta de handdoek in de ring gegooid. Wat zou u doen? Zou u nog kracht kunnen vinden om voor uw recht te strijden of zou u toegeven? Ik weet zeker dat veruit de meeste mensen in mijn situatie hadden toegeven. Ik moest inderdaad even nadenken. Aangaande de rechtsgang in dit land, had ik in het verleden helaas al het een en ander moeten meemaken. Jaren geleden had ik al de conclusie getrokken, dat het rechtssysteem in dit land niets met integriteit, waardigheid, waarheidsvinding en recht spreken van doen had. Het falen van het rechtssysteem kan dagelijks worden waargenomen door de reguliere media te volgen, maar dat is slechts een klein topje van de gigantische ijsberg. Omdat mensen dagelijks in de reguliere media met het falende rechtssysteem worden geconfronteerd, vinden de meeste mensen het helaas normaal dat het rechtssysteem niet naar behoren functioneert.
Ik las de brief van de advocate aandachtig door en kwam tot de conclusie dat zij loog, doordat zij interpretaties had verzonnen, die simpelweg niet mogelijk waren. In mijn arbeidsovereenkomst waren ook boetebepalingen overeengekomen, indien ik mij niet aan de arbeidsovereenkomst zou houden. Deze boetes waren niet mis. Het ging hierbij om 10.000,- euro per overtreding en een vermeerdering per overtreding van 500,- euro per dag, zolang de overtreding zou voortduren. De volledige brief van de advocate kunt u hier vinden. Ik besloot de strijd aan te gaan en op 29 januari 2013 schreef ik aan de advocate onderstaande e-mail:
Geachte mevrouw de Bosch Kemper – de Hilster,
Hierbij ontvangt u mijn reactie op uw schrijven van 25 januari 2013.
Tijdens mijn dienstverband bij Nucletron BV behoorde onder andere het doornemen en ondertekenen van documenten tot mijn werkzaamheden. Nu ik niet meer in dienst ben bij Nucletron BV, zie ik geen enkele noodzaak om zonder beloning voor Nucletron BV weer aan het werk te gaan.
Voor de duidelijkheid wil ik hierbij vermelden, dat ik er open voor sta om mijn diensten weer (tijdelijk) beschikbaar te stellen, mits hier een passende vergoeding tegenover staat. Gezien mijn ervaringen in het verleden bij Nucletron BV zal deze passende vergoeding helaas geen vriendendienst zijn; zelfs na mijn uitdiensttreding word ik nog achtervolgd door Nucletron BV en leent u zich er zelfs voor om dreigementen jegens mijn persoon te uiten, indien ik niet voor niets weer (tijdelijk) aan het werk ga voor Nucletron BV. Helaas heeft dit voortdurende getreiter tot gevolg, dat ik een alsmaar groter wordende aversie krijg tegen eventueel uit te voeren werkzaamheden voor Nucletron BV in de toekomst en zich dat laat vertalen in een hogere door mij te vragen vergoeding.
Met vriendelijke groet,
René Mäkel
Ik heb geen reactie van haar gehad. Als zij in haar recht had gestaan, dan was het voor haar een kleine moeite geweest om via een gerechtelijke procedure haar eisen ingewilligd te krijgen. Natuurlijk zouden er ook andere redenen kunnen zijn.
In ieder geval had mevrouw mr. A.H. de Bosch Kemper-de Hilster mij een brief gestuurd, waarin zij vijf onzinnige redenen had aangegeven, dat ik verplicht was onvoorwaardelijk mijn medewerking te verlenen aan Nucletron/Elekta bij de aanvraag van het octrooi. Mag een advocaat dit doen? Volgens de Advocatenwet mag een advocaat geen feiten poneren waarvan hij redelijkerwijs weet dat deze onwaar zijn. In 2015 was ik dan ook bij de Orde van Advocaten een procedure gestart tegen mevrouw mr. A.H. de Bosch Kemper-de Hilster. Hoe dat destijds is verlopen, kunt u verderop in deze reeks artikelen lezen.
VOORBEELD OM OCTROOI UIT TE LEGGEN
Voordat u kunt lezen hoe het avontuur verder gaat, probeer ik aan de hand van een voorbeeld toch nog een keer uit te leggen in welke situatie ik terecht was gekomen. Ik heb diverse mensen geprobeerd uit te leggen hoe de vork in de steel zat aangaande het octrooi en het zetten van handtekeningen. Het bleek dat dit niet eenvoudig was. In onderstaand voorbeeld gebruik ik dan ook een auto om het verhaal duidelijk te maken.
Nucletron/Elekta had mij in dienst genomen om een nieuwe auto te ontwerpen. Dit deed ik door modellen en tekeningen van de nieuwe auto te maken met behulp van een computer waarop speciale software was geïnstalleerd. De door mij getekende onderdelen werden door toeleveranciers geproduceerd en naar Nucletron/Elekta opgestuurd. Samen met collega’s werden de onderdelen in elkaar gezet in de werkplaats van Nucletron/Elekta, zodat de onderdelen samen een auto vormden. Zowel bij het in elkaar zetten, als het testen van de onderdelen kwamen onvolkomenheden of zelfs fouten in de door mij ontworpen modellen en tekeningen aan het licht. Deze fouten verbeterde ik dan weer, totdat de door mij ontworpen auto goed genoeg was om te verkopen aan klanten. Nucletron/Elekta vroeg vervolgens een octrooi aan op de door mij ontwikkelde auto en noemde mij als uitvinder in het octrooi. Nucletron was zelf de eigenaar van het octrooi. Dit betekende dat Nucletron eigenaar was van de ontwikkelde auto. Omdat ik als uitvinder van de auto was genoemd, was ik bij wet de aangewezen persoon om na een jaar de auto te keuren. Nucletron had mij niet medegedeeld, dat ik na een jaar als uitvinder de auto zou moeten keuren.
Op een dag besloten Nucletron en ik uit elkaar te gaan. De directie had mij bereid gevonden hiermee “in te stemmen”, omdat zij van mij af wilden en mij doelbewust overspannen, ziek en weerloos hadden gemaakt. De afspraken om de arbeidsovereenkomst te beëindigen, werden vastgelegd in de vaststellingsovereenkomst. In deze vaststellingsovereenkomst werd onder meer vastgelegd, dat ik per direct was vrijgesteld van werkzaamheden. Bovendien werd algehele en finale kwijting over en weer verleend, ook voor die gevallen waarin niet was voorzien. Simpel gezegd betekende dit, dat we niets meer van elkaar konden eisen, zodat we zeker wisten dat we van elkaar af waren. Nucletron was vergeten, dat ik in de nabije toekomst de door mij ontwikkelde auto nog diende te keuren. Ik was daar niet van op de hoogte en ook niet mee bezig, want ik was ziek en overspannen en had wel andere zaken aan mijn hoofd dan nog te werken voor Nucletron. Na een paar maanden kwam Nucletron onverwachts bij mij thuis aan de deur met de opdracht, dat ik hun auto diende te keuren! Nucletron kwam bij mij met deze vraag, omdat ik volgens het octrooi de enige persoon ter wereld was, die gerechtigd was deze keuring uit te voeren. Ik weigerde dit, omdat ik niet meer in dienst was bij Nucletron.
Misschien vindt u het een vreemd voorbeeld. Ik kan u helaas geen ongelijk geven. Dit voorbeeld is typerend voor hoe onze rechtsstaat in elkaar zit! De logica in onze rechtsstaat is ver te zoeken en de vele wetten, regels, verordeningen, afspraken, reguleringen en andere spelregels vereisen een heel leger opgeleide mensen om deze verzonnen spelregels zogenaamd in goede banen te leiden. Helaas blijkt in de praktijk, dat er veel conflicterende spelregels zijn en de spelregels ook nog eens niet door iedereen worden nageleefd. Omdat de logica met betrekking tot deze verzonnen spelregels niet of nauwelijks te begrijpen is, was het voor mij heel moeilijk om mijn situatie met het octrooi en Nucletron/Elekta aan diverse mensen uit te leggen.
DE VOLGENDE ADVOCAAT DIENT ZICH AAN
Het duurde anderhalve maand voordat Nucletron/Elekta weer van zich liet horen. Het bleek dat Nucletron een andere advocaat in de arm had genomen: de heer mr. drs. A.J.P. van Beurden van het kantoor Van Benthem & Keulen te Utrecht. Van deze advocaat ontving ik wederom een dreigbrief, gedateerd op 13 maart 2013. U kunt hier de volledige brief lezen. Het bleek dat de heer Van Beurden nog meer documenten van Nucletron had gekregen, die Nucletron door mij wilde laten ondertekenen. Deze documenten had Nucletron zelf ontvangen ruim na het beëindigen van mijn arbeidsovereenkomst (eind oktober 2012). Hoe lang zou Nucletron mij werk blijven aanleveren en mij dus blijven lastigvallen? De heer Van Beurden was van deze latere datum blijkbaar zelf niet op de hoogte, maar gezien de overheersende chaos en de slechte communicatie waarin bij Nucletron diende te worden gewerkt, verbaasde mij dit niet.
De heer Van Beurden verdraaide net als de vorige advocaat de interpretatie van bepaalde afspraken, zoals deze waren vastgelegd in de arbeidsovereenkomst en de vaststellingsovereenkomst.
De eerste reden die hij mij gaf, was dat Nucletron eigenaar was van het octrooi en ik om deze reden diende mee te werken. In het voorbeeld van de auto had ik u uitgelegd, dat dit nergens op sloeg. Wanneer iemand eigenaar was van een auto, was hij zelf verantwoordelijk voor het onderhoud van zijn auto.
Als tweede reden gaf hij aan, dat de documenten aan mij door Nucletron waren aangeboden, terwijl ik nog officieel bij Nucletron in dienst was. Dit maakte niet uit, want ik was immers vrijgesteld van werkzaamheden. Bovendien klopte dit niet, want er werden mij ook documenten ter ondertekening aangeboden, die waren aangemaakt nadat mijn arbeidsovereenkomst was beëindigd.
De heer Van Beurden gaf als derde reden aan, dat in de vaststellingsovereenkomst was overeengekomen dat ik zou moeten meewerken “aan een overdracht van alle informatie en documenten”. Wat is een overdracht van documenten? Een overdracht heeft betrekking op het overhandigen van werkzaamheden waarmee ik bij Nucletron/Elekta aan het werk was geweest, totdat ik werd vrijgesteld van werk. Het doornemen en ondertekenen van de documenten aangaande het patent was nieuw door Nucletron aan mij aangedragen werk. Bij het beëindigen van mijn arbeidsovereenkomst middels de vaststellingsovereenkomst waren Nucletron en ik overeengekomen dat dit niet de bedoeling was en dat ik per direct was vrijgesteld van werkzaamheden!
Als vierde reden gaf de heer mr. drs. A.J.P. van Beurden aan, dat het niet meewerken door hem werd gezien als een schending van de beginselen van goed werknemersschap. U leest het goed! Blijkbaar verwachtte Nucletron dat ik niet alleen eerlijk, netjes en integer naar Nucletron zou blijven, maar dat ik ook nog eens voor niets aan het werk zou gaan. Hoe hilarisch was dit, omdat Nucletron/Elekta zich jegens mij als een zelfzuchtig, hebzuchtig en leugenachtig monster had gepresenteerd! Overigens bleef ik ook eerlijk en integer, want ik was immers geen werknemer meer bij Nucletron, zodat de beginselen van goed werknemersschap niet meer op mij betrekking hadden. Verder dreigde de heer Van Beurden naar de rechter te stappen, waarbij hij tevens zou eisen mij de proceskosten en boetes te laten betalen in de ordergrootte van tienduizenden euro’s. Indien ik deze boetes niet zou kunnen betalen, dreigde hij beslag te leggen op mijn inkomen en andere bezittingen. Indien de beweringen van de heer Van Beurden niet waar bleken te zijn, dan was niet alleen sprake van afdreiging (een misdrijf), maar dan hield ook hij zich niet aan de Advocatenwet. U raadt het al: ook aangaande het gedrag van de heer Van Beurden was ik in 2015 een procedure gestart bij de Orde van Advocaten. In een volgend artikel kunt u lezen hoe dit is verlopen.
Ondertussen schatte ik de kans reëel, dat het op een rechtszaak zou uitlopen. Gezien mijn slechte gezondheid, vond ik het raadzaam een advocaat in de arm te nemen. Bovendien kon ik wel advies gebruiken. Na een telefonisch onderhoud vertelde mijn advocaat mij, de heer Bredius, dat hij het heel billijk vond, dat ik in mijn situatie een vergoeding zou vragen voor de werkzaamheden die Nucletron/Elekta van mij verlangde. Ik besloot dan ook een tegenbod te doen van 700,- euro op de door Nucletron aangeboden vergoeding van 350,- euro. Met dit tegenbod zou ik laten zien dat ik wel degelijk bereid was de werkzaamheden voor Nucletron te verrichten. Door dit tegenbod te accepteren, zou Nucletron een rechtszaak kunnen voorkomen. Door dit tegenbod te geven zou ik bovendien nog sterker in mijn recht staan bij een eventuele rechtszaak. Ik vond dit bedrag wel veel te laag gezien wat Nucletron mij allemaal had aangedaan, maar ik wist wie ik voor mij had: ik was er bijna zeker van dat Nucletron mijn aanbod niet zou accepteren. Deze lieden gingen immers over lijken en waren altijd op zoek naar mensen en bedrijven, die bereid waren voor geld voor hen te willen vechten. In dit geval was dit de heer Arno van Beurden van het kantoor Van Benthem & Keulen te Utrecht.
Op 19 maart 2013 e-mailde ik de heer Van Beurden terug, dat hij aan mij meer documenten had aangeboden, dan de vorige advocate. Bovendien schreef ik hem, dat hier documenten bij zaten, die mij werden aangeboden na het beëindigen van de arbeidsovereenkomst. Voorts bood ik hem aan dat ik de documenten zou ondertekenen en opsturen voor 700,- euro netto (Nucletron had mij eerder 350,- euro netto aangeboden).
Op 20 maart 2013 kreeg ik een e-mail terug van een collega van de heer Van Beurden, Wouter van der Boon, dat zij mijn e-mail hadden ontvangen en vooralsnog geen rechtsmaatregelen zouden treffen. Zij zouden mijn voorstel met Nucletron bespreken en later hierop bij mij terugkomen.
Op 26 maart 2013 ontving ik een e-mail van de heer Van Beurden. Hij had met Nucletron overlegd en stelde dat ik verplicht was de documenten te ondertekenen, alsmede eventuele toekomstige documenten. Nucletron wilde mij dan ook geen vergoeding betalen. Verder werd weer gedreigd met boetes in de ordergrootte van tienduizenden euro’s en dat beslag op inkomen, roerende en/of onroerende goederen van mij zou worden gelegd, indien ik deze boetes niet zou kunnen betalen. Hij stelde mij een ultimatum dat afliep op 28 maart 2013 om 17:00 uur. De volledige brief kunt u hier lezen.
Ik wist dat een advocaat beslag zou kunnen laten leggen op mijn bezittingen. Zou hij inderdaad zo ver gaan? Gezien mijn gezondheid had ik geen zin in die heisa. De heer Van Beurden deed er in ieder geval alles aan om mij zo veel mogelijk onder druk te zetten en profileerde zich als een meedogenloze huurling, die over lijken ging om zijn doelen te bereiken. Ik had helaas al ervaren dat rechters niet te vertrouwen waren en besloot daarom op zeker te spelen. Ik stuurde de collega van de heer Van Beurden dan ook de twee onderstaande e-mails.
28 maart 2013
Geachte heer van der Boon,
Als gebaar van goede wil van mijn zijde, zal ik morgen de documenten die ik in oktober 2012 van Nucletron ter ondertekening aangeboden heb gekregen, morgen scannen en aan u opsturen. Voor de rest van de door mij uit te voeren werkzaamheden vind ik dat de rechter daar dan maar over mag oordelen, indien u blijft vinden dat ik deze werkzaamheden tot in de lengte van dagen voor niets zal moeten uitvoeren.
Met vriendelijke groet,
René Mäkel
29 maart 2013
Geachte heer van der Boon,
Zoals ik in een eerdere mail van mij heb toegezegd, ontvangt u hierbij de getekende documenten die ik in oktober 2012 van Nucletron ter ondertekening aangeboden heb gekregen. Ik heb hierbij alleen de pagina’s met de handtekeningen in de bijlagen geplaatst.
Overigens blijf ik van mening, dat ik volgens de arbeidsovereenkomst en de vaststellingsovereenkomst hiertoe niet verplicht ben, omdat niet alleen de data voor vrijstelling- en overdracht van werkzaamheden volgens de vaststellingsovereenkomst reeds waren gepasseerd, maar des te meer daar het hier gaat om nieuw aangedragen werk.
Verder wil ik middels deze weg nog kwijt, dat ik het als zeer ernstig ervaar, dat ik door Nucletron nog op deze wijze word lastig gevallen, terwijl de bedoeling van een vaststellingsovereenkomst is om uit elkaar te gaan en elkaar met rust te laten, dat in de vaststellingsovereenkomst nog eens wordt benadrukt met een finale kwijting wederzijds.
Ik kan mij voorstellen, dat vanwege de gebrekkige communicatie tussen diverse afdelingen bij Nucletron, men destijds over het hoofd heeft gezien dat er door mij nog werk gedaan diende te worden aangaande het patent, waar ik als een van de uitvinders in ben genoemd. Dat Nucletron dan ook verwacht, dat ik voor deze fout op de blaren moet gaan zitten, vind ik volstrekt irreëel.
Met vriendelijke groet,
René Mäkel
Omdat ik slechts gedeeltelijk de eisen van de heer Van Beurden had ingewilligd en het door hem aan mij gegeven ultimatum was verstreken, wachtte ik op wat komen zou. Tot mijn verbazing ontving ik ruim twee weken later weer een brief van de heer Van Beurden, gedateerd op 11 april 2013. Deze brief kunt u hier lezen. In het kort kwam de inhoud van de brief erop neer, dat ik volgens de heer Van Beurden verplicht was alle documenten te ondertekenen en te retourneren. Wederom werd mij een ultimatum gesteld. De heer Van Beurden had de dreigementen jegens mijn persoon in deze brief uitgebreid en nader gespecificeerd. Hij gaf deze keer in zijn brief duidelijk aan welke maatregelen hij zou nemen, indien ik niet zijn eisen voor de gestelde termijn zou inwilligen. Hij zou twee acties gaan ondernemen. Ten eerste zou hij beslag leggen op mijn eventuele inkomen en mijn roerende en/of onroerende goederen. Ten tweede zou hij middels de rechter verzoeken mij te dwingen de documenten te ondertekenen. Ook zou hij de rechter vragen mij een boete te laten betalen. De hoogte van deze boete was volgens hem inmiddels € 42.000,- en werd met het verstrijken van de tijd iedere dag verhoogd met € 500,-.
Nadat ik deze brief grondig had doorgenomen, was het mij wel duidelijk dat de heer Van Beurden met deze brief enkel het doel had door middel van dreigementen angst bij mij te zaaien. Hiermee hoopte hij dat ik het zekere voor het onzekere zou nemen en ik de documenten zou ondertekenen en opsturen. Hij had mij in een eerdere brief al duidelijk gewaarschuwd en ook had hij mij na die waarschuwing al zonder problemen voor het gerecht kunnen slepen, indien hij gelijk zou hebben gehad. Als hij daadwerkelijk in zijn recht stond, was het niet gebruikelijk mij nog een kans te geven. Wanneer ik de dreigbrief van de eerste advocate meereken, dan was dit al mijn vierde kans. Waarom zou hij Nucletron onnodig op kosten jagen, door mij wederom een dreigbrief te schrijven? Ik had al het een en ander meegemaakt in mijn leven, maar dat een advocaat zo ver ging, was een nieuwe ervaring voor mij. Zover ik op dat moment kon beoordelen, had de heer Van Beurden voor mijn situatie geen enkele geldige reden aangedragen, zodat zijn dreigementen onrechtmatig zouden zijn. Wanneer dreigementen onrechtmatig zijn, dan kan sprake zijn van afdreiging en afdreiging is een misdrijf.
Voordat ik mijn belevenissen bij Nucletron/Elekta vervolg, is het handig kort in te gaan welke soorten van dreigementen volgens de wet vastgelegd zijn. In het Wetboek van Strafrecht wordt onderscheid gemaakt tussen afpersing en afdreiging. Bij afpersing wordt fysiek geweld toegepast of gedreigd met fysiek geweld. Bij afdreiging wordt noch fysiek geweld toegepast, noch met fysiek geweld gedreigd, maar met andere maatregelen. Fysiek geweld toepassen of dreigen met fysiek geweld mag volgens de wet nooit. Volgens de wet is van afpersing of afdreiging sprake, wanneer zowel het behaalde voordeel voor iemand zelf of iemand anders, als de toegepaste dreigementen niet gerechtvaardigd zijn. Bedreiging en afdreiging zijn beiden volgens het Wetboek van Strafrecht een misdrijf en dus strafbaar. Een geval van afdreiging of bedreiging wordt alleen door het Openbaar Ministerie in behandeling genomen, indien het slachtoffer aangifte doet. Hoewel een rechter uiteindelijk zal moeten beslissen of sprake is van een strafbaar feit of niet, zal de officier van justitie van het Openbaar Ministerie moeten besluiten of het vermeende misdrijf dermate ernstig was, dat tot strafvervolging moet worden overgegaan.
In mijn geval ging het er onder meer om of het behaalde voordeel voor Nucletron/Elekta gerechtvaardigd zou zijn of niet. Wanneer het gerechtvaardigd zou zijn, dan zou immers geen sprake zijn van afdreiging en de heer Van Beurden geheel in zijn recht staan deze dreigementen jegens mij te uiten. Verderop kom ik hierop terug.
Het zag er dus naar uit, dat de heer Van Beurden in opdracht van Nucletron afdreiging bij mij toepaste. Wat kon ik tegen de dreigementen doen? Ik zat overspannen thuis. De heer Van Beurden zal aan de buitenwereld natuurlijk niet vertellen, dat hij zijn geld verdient met onder meer het begaan van misdaden.
Ik besloot de heer Van Beurden een uitgebreide brief te schijven, waarin ik hem in het kort mijn belevenissen bij Nucletron/Elekta uit de doeken deed en hoe deze situatie was ontstaan. Deze brief was tevens voor mij een samenvatting van de gehele affaire tot dan toe. Ook kon ik deze brief gebruiken om mijn eigen advocaat uit te leggen wat er aan de hand was. In de brief gaf ik tevens te kennen mijn aanbod te hebben ingetrokken om voor 700 euro netto de werkzaamheden voor Nucletron te verrichten. Ik heb deze brief niet op deze website geplaatst, omdat deze brief voornamelijk een samenvatting is van wat ik tot nu toe heb opgeschreven.