Landelijke arbodienst Zorg van de Zaak fraudeert met “bedrijfsartsen” – DEEL 4

De misdragingen van Hans Feijen en Erik Haakmeester

Hans Feijen (www.feijensp.nl) had Erik Haakmeester ingehuurd om hem bij te staan om Sander onder druk te zetten. Het doel was om Sander voor zo weinig mogelijk geld weg te werken. Niet alleen Hans Feijen, maar vele werkgevers denken met hun misdragingen weg te kunnen komen (en komen er inderdaad mee weg!), omdat de werknemer in de arbeidsovereenkomst een plicht tot geheimhouding was aangegaan. Daarnaast was in de arbeidsovereenkomst een boetebeding opgenomen, zodat direct hoge boetes opgeëist zouden kunnen worden door de werkgever, indien de werknemer zich niet zou houden aan zijn plicht tot geheimhouding.

Het beëindigen van een arbeidsovereenkomst gaat meestal via een vaststellingsovereenkomst, tenzij de werknemer op eigen initiatief zijn baan opzegt, zoals bijvoorbeeld het geval is bij het accepteren van een andere baan. Het beëindigen van het dienstverband middels een vaststellingsovereenkomst heeft tot gevolg, dat de gehele inhoud van de arbeidsovereenkomst vanaf einde dienstverband nietig is! Ook als er in een arbeidsovereenkomst is opgenomen, dat de werknemer na het beëindigen van het dienstverband geheimhouding dient te betrachten, dan is dit niet meer geldig!

De rol van Erik Haakmeester gedurende het arbeidsconflict was niet alleen zeer dubieus, het bleek in januari 2019 nog onduidelijk in welke hoedanigheid hij zijn rol destijds had vervuld. Erik Haakmeester ondertekende destijds zijn e-mails aan Sander op onderstaande wijze:

Adviesbureau Deen
Erik Haakmeester
Simon Stevinweg 27
6827 BS ARNHEM
{…}
http://www.deen.eu

Alle betrokken partijen, dus ook Erik Haakmeester en het hoofdkantoor van Deen te Rotterdam, hebben de kans gehad te reageren op het manuscript met deze reeks van vijf artikelen, voordat publicatie op deze website zou plaatsvinden. Van het hoofdkantoor Deen te Rotterdam nam Frank Hazelzet contact op met Sander, nadat hij het manuscript had ontvangen. Volgens Frank Hazelzet had Erik Haakmeester tot eind maart 2017 een franchiseovereenkomst met Deen. Dit betekende dat Erik Haakmeester volgens Frank Hazelzet niet meer op enige wijze gelieerd was aan Deen. Indien Erik Haakmeester na maart 2017 geen franchiseovereenkomst meer had met Deen, dan had Erik Haakmeester onrechtmatig de naam Deen gebruikt bij de correspondentie met Sander.

Op de LinkedIn pagina van Erik Haakmeester stond echter achter “Websites” een link “Bedrijfswebsite”. Wanneer midden januari 2019 op deze link werd geklikt, dan kwam men op de website van Deen op de pagina “onze partners”. Het bleek dat Erik Haakmeester één van de drie heren was, die hier compleet met naam, foto en beschrijving als partner werd gepresenteerd. Overigens werd de pagina “onze partners” op 29 januari aangepast, zodat Erik Haakmeester niet meer werd vermeld. Daarbij had Sander op 28 januari de centrale receptie van Deen te Rotterdam gebeld, waarbij Sander onder een gefingeerde naam aan de telefoniste aangaf graag met Erik Haakmeester in contact te willen komen. Wanneer iemand niets meer met Deen te maken zou hebben, dan zou men verwachten dat de telefoniste dit zou aangeven. De telefoniste probeerde echter Sander door te verbinden, maar dat lukte blijkbaar niet. Daarop vroeg zij aan Sander of hij door Erik Haakmeester teruggebeld zou willen worden. Dit wilde Sander wel en inderdaad werd later die dag Sander door Erik Haakmeester teruggebeld! Op 1 februari bleek op het LinkedIn profiel van Erik Haakmeester de link onder “bedrijfswebsite” te verwijzen naar de home pagina van Deen.

Op 1 februari 2019 was dus nog niet onomstotelijk bewezen of Erik Haakmeester wel of niet op enige wijze was gelieerd aan Deen te Rotterdam. In ieder geval was Deen zeer slordig geweest, door Erik Haakmeester nog als partner te vermelden op de website en zijn e-mail account niet te deactiveren. Dit verhaal zal ongetwijfeld nog een staartje krijgen.

Wanneer bij een arbeidsconflict de arbeidssituatie onherstelbaar is beschadigd, zou de werknemer door een eerlijke bedrijfsarts situatief arbeidsongeschikt worden bevonden. Situatieve arbeidsongeschiktheid is volgens de wet met betrekking tot de loonbetaling gelijk aan ziekte. Bij een zieke werknemer treedt de Wet Verbetering Poortwachter in werking en zou bij een arbeidsconflict het tweede spoor moeten worden ingezet, indien de arbeidssituatie onherstelbaar was beschadigd. Dit zou betekenen dat in een dergelijk geval de werkgever outplacement zou moeten regelen voor zijn werknemer of de werknemer zou kunnen overhalen de arbeidsovereenkomst te beëindigen middels een vaststellingsovereenkomst, maar dan wel met inschakeling van mediation!

De werknemer geniet bij situatieve arbeidsongeschiktheid net als bij ziekte ontslagbescherming en kan derhalve kiezen welke weg wordt gekozen. De macht van de corrupte bedrijfsarts en arbodienst zit in het feit, dat zij in een geval dat de arbeidssituatie onherstelbaar is beschadigd de werknemer toch terug aan het werk kunnen sturen, omdat deze niet ziek zou zijn en daardoor geen ontslagbescherming geniet. Dit is niet alleen fraude, maar ook misdadig, daar de betreffende bedrijfsarts (en arbodienst) meewerkt aan afdreiging.

Waarom durfden Hans Feijen, Erik Haakmeester en “bedrijfsarts” Paanakker van Zorg van de Zaak zich zo te misdragen? Het antwoord is simpel: de witteboorden houden elkaar nagenoeg allemaal de hand boven het hoofd. Zouden zij dit niet doen, dan is de kans groot, dat zij hun riante positie kwijt zouden raken. Het gehele rechtssysteem bestaat uit witteboorden, vandaar dat het Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg zo makkelijk corrupte bedrijfsartsen in het geval van een arbeidsconflict laat lopen. Hierover is op deze website in twee gevallen al aandacht besteed. Daarnaast hielden de collega’s van Sander angstvallig hun mond dicht, omdat zij bang waren voor het verliezen van hun baan.

De “bedrijfsarts” Paanakker had Sander onbeschermd teruggestuurd naar zijn werk, maar hij had wel het “vrijblijvende” advies gegeven om mediation in te schakelen. Sander was door zowel Paanakker als Erik Haakmeester niet gewezen op de mogelijkheid voor een second opinion bij een andere bedrijfsarts bij een andere arbodienst, indien Sander het niet eens zou zijn met, of twijfelde aan het advies van “bedrijfsarts” Paanakker. Volgens het Arbeidsomstandighedenbesluit artikel 2.14d, lid 1 had Sander gewezen moeten worden op zijn recht om een second opinion aan te vragen. Sander had zowel bij Zorg van de Zaak als bij Erik Haakmeester om een second opinion verzocht. Hoe Zorg van de Zaak de tactiek toepaste om de aanvraag van dit second opinion te frustreren en steeds weer bij Sander neerlegde, kunt u lezen onder het kopje “Zorg van de Zaak frustreerde de aanvraag van het second opinion van Sander” (deel 3).

Omdat Hans Feijen, Erik Haakmeester en Zorg van de Zaak opzettelijk de aanvraag van Sander voor een second opinion frustreerden en derhalve totaal niet logisch te werk gingen, is het vrijwel niet mogelijk om een logisch en te begrijpen verslag van de gang van zaken te doen. De werkwijze van deze twee heren was misdadig, omdat zij het doel hadden dat Sander uiteindelijk zou toegeven om voor een zeer geringe vergoeding zijn jaarcontract vervroegd te laten ontbinden. Dit uiteindelijke toegeven van Sander berustte op het feit, dat hij op een gegeven moment de strijd en bijbehorende spanningen niet meer aan zou kunnen en de handdoek in de ring zou gooien. Dit is precies wat uiteindelijk gebeurde!

Van vrije wil was bij Sander dan ook geen sprake, omdat hij niets te kiezen had! De enige “oplossing” die hem werd geboden om zichzelf uit zijn benarde positie te kunnen bevrijden, was het opgeven van zijn arbeidsovereenkomst middels een vaststellingsovereenkomst. Indien een persoon onrechtmatig (wederrechtelijk) wordt gedwongen iets te doen wat hij niet wil, dan is volgens het wetboek van strafrecht sprake van afdreiging. Afdreiging is een delict waar maximaal vier jaar gevangenisstraf op staat. In het geval van Sander, werd door Erik Haakmeester en Hans Feijen met medewerking van Zorg van de Zaak afdreiging toegepast. Sander is helaas niet de enige tot het proletariaat behorende werknemer, die dit is overkomen en ook niet de laatste, zolang de massa gedwee het huidige systeem blijft steunen.

Hieronder zijn de punten uiteengezet, op welke wijze Hans Feijen en Erik Haakmeester Sander destijds onder druk hebben gezet en daarbij wet- en regelgeving aan hun laars lapten. Indien u het niet gelooft, dan kun u onder deze punten zelf de correspondentie doorlezen die tussen deze heren had plaatsgevonden.

  • In eerste instantie had Hans Feijen bij Sander aangegeven niet meer met hem verder te willen en Sander gevraagd een voorstel te doen om uit elkaar te gaan;
  • Diezelfde dag kwam Hans Feijen op bovengenoemde uitspraak terug en verlangde dat Sander in de productie zijn werkzaamheden zou hervatten;
  • Sander ging hier niet mee akkoord, omdat volgens hem de arbeidsrelatie onherstelbaar was beschadigd en bood onder meer aan middels een vaststellingsovereenkomst uit elkaar te gaan;
  • In de concept vaststellingsovereenkomst was vastgelegd, dat de arbeidsrelatie onherstelbaar was beschadigd. Omdat Hans Feijen aan Sander geen ontslagvergoeding wilde betalen, ging de vaststellingsovereenkomst niet door en meldde Sander zich noodgedwongen ziek;
  • Na het bezoek aan de “bedrijfsarts” Paanakker riep Erik Haakmeester Sander op aan het werk te gaan en verzuimde aan Sander een second opinion aan te bieden;
  • Na het ontvangen van de spreekuurrapportage werd door Erik Haakmeester geen mediation ingeschakeld, maar diende Sander verder te “overleggen” met Erik en Hans;
  • Erik Haakmeester dreigde in afwachting van een second opinion (volgens hem zou dit door het UWV worden uitgevoerd, dat onjuist is) het loon van Sander op te schorten en onnodig betaalde dagen op Sander te verhalen;
  • Hoewel Sander vervolgens in een e-mail uitgebreid had uitgelegd, dat de spreekuurrapportage niet voldeed aan de wet- en regelgeving en dat Sander geen second opinion was aangeboden, wilde Erik Haakmeester dit allemaal niet begrijpen, terwijl de werkgever eindverantwoordelijk is;
  • Erik Haakmeester wilde niet het verschil begrijpen tussen een UWV-deskundigenoordeel en een door een andere bedrijfsarts uitgevoerd second opinion;
  • Erik Haakmeester beweerde in een later stadium, dat hij Sander in het beginstadium wel een second opinion had aangeboden, terwijl dat niet het geval was. Zou dat wel het geval geweest zijn, dan had Erik die afspraak moeten regelen, net zoals de werkgever de afspraak bij de eerste bedrijfsarts had geregeld;
  • Erik Haakmeester beweerde in het laatste stadium, dat het de verantwoording was van Sander om een second opinion te regelen;
  • Erik Haakmeester vond het “dispuut” tussen Sander en de bedrijfsarts over het gebrekkig advies niet zijn probleem en schortte daarom de loonbetaling op. Dit is ongeoorloofd, daar de werkgever eindverantwoordelijk is voor de kwaliteit van het advies van de bedrijfsarts. Dit betekent, dat een werkgever zich niet kan verschuilen achter een slecht advies van een bedrijfsarts;
  • Erik Haakmeester negeerde één week lang een uitgebreide e-mail van Sander, zodat Sander genoodzaakt was een aangetekende brief te schrijven om de communicatie op gang te houden. Het duurde uiteindelijk niet één, maar twee weken, voordat Sander op zijn e-mail een reactie kreeg van Erik Haakmeester;
  • Uiteindelijk was niet door Erik Haakmeester geregeld, dat Sander voor een second opinion een andere bedrijfsarts kon bezoeken;
  • Sander had een advocaat ingeschakeld, Gunnar Oudshoorn, die adviseerde dat Sander er verstandig aan deed de vaststellingsovereenkomst te accepteren, zonder dat Sander een ontslagvergoeding zou krijgen;
  • Uiteindelijk had Sander “geaccepteerd” zijn arbeidsovereenkomst te ontbinden middels een vaststellingsovereenkomst, waarbij Sander één maand ontslagvergoeding kreeg.

De rol van de advocaat, Gunnar Oudshoorn, is helaas representatief voor de “hulp” die door vele advocaten aan tot het proletariaat behorende loonslaven wordt geboden. Dit is de mening van René Mäkel, die helaas zelf vele prutsers van advocaten heeft mogen meemaken. Gunnar Oudshoorn is volgens hem ook zo’n prutser, omdat Sander niet netjes werd bijgestaan gedurende het arbeidsconflict. Gunnar Oudshoorn begreep weliswaar, dat er een verschil was tussen een second opinion (uitgevoerd door een bedrijfsarts) en een deskundigenoordeel (uitgevoerd door het UWV), maar hij begreep duidelijk niet, dat een deskundigenoordeel in het geval van Sander niet van toepassing was! Als hij dit al niet eens begreep, hoe kon hij Sander dan op een nette manier adviseren en bijstaan? Het antwoord was, dat hij dat niet kon!

Gunnar Oudshoorn beweerde verder dat het advies van een second opinion zou worden teruggekoppeld aan de eerste bedrijfsarts, zodat Sander altijd nog met deze eerste bedrijfsarts opgezadeld zou zitten. Dit is ten dele waar, daar Sander in een dergelijk geval er voor zou kunnen kiezen verder te gaan met de bedrijfsarts van het second opinion! Zie hiervoor het Arbeidsomstandighedenbesluit artikel 2.14d, lid 6. Helaas heeft bij een dergelijk verzoek van de werknemer de eerste bedrijfsarts nog altijd de macht om te beslissen of dat verzoek zou worden gehonoreerd.

Gunnar Oudshorn begreep wel heel goed dat Hans Feijen als een slecht werkgever had gehandeld, door eenzijdig de werktijden van Sander te veranderen. Ook begreep hij, dat Erik Haakmeester er zorg voor had moeten dragen, dat het door Sander aangevraagde second opinion voor Sander geregeld had moeten worden. Het opschorten van het loon was eveneens niet gerechtvaardigd. Gunnar Oudshoorn bleek blijkbaar wel bij machte om Erik Haakmeester te dwingen de loonopschorting te staken, maar verzuimde Erik Haakmeester te dwingen alsnog een second opinion voor Sander aan te vragen! Het eenzijdig wijzigen van de werktijden, het niet inwilligen van het verzoek om een second opinion, het niet inschakelen van mediation op advies van de “bedrijfsarts”, het opschorten van het loon en dat reeds in de concept vaststellingsovereenkomst was vastgelegd, dat de arbeidssituatie onherstelbaar was beschadigd, zou voor een tweede bedrijfsarts ruim voldoende geweest zijn om Sander situatief arbeidsongeschikt te verklaren! In een dergelijk geval had Sander ontslagbescherming genoten en zou hij kunnen kiezen uit outplacement of een vaststellingsovereenkomst.

Daarentegen vond Gunnar Oudshoorn, na met Erik Haakmeester telefonisch te hebben gesproken, dat het gerechtvaardigd zou zijn, indien Sander de vaststellingsovereenkomst zou accepteren, zonder dat hij daar een vergoeding voor kreeg. Sander had tegen het advies in van Gunnar Oudshoorn toch nog met moeite een maandsalaris ontslagvergoeding weten te bedingen, maar had feitelijk niets te kiezen. Hier was sprake van afdreiging!

Indien Gunnar Oudshoorn heimelijk toch goed op de hoogte was van de wet- en regelgeving, dan begreep hij heel goed dat Sander het op diende te nemen tegen een heel modern windmolenpark. Indien Gunnar Oudshoorn Sander in dit gevecht zou steunen, dan zou dit grote consequenties hebben, daar hij dan de corrupte “bedrijfsarts” Paanakker zou moeten aanpakken. Dit zou allemaal veel te ingewikkeld worden, omdat de strijd zou moeten worden aangegaan met de grote onderneming Zorg van de Zaak en het Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg, dat er belang bij heeft dat de mensen in het systeem blijven geloven. Gunnar Oudshoorn had besloten Zorg van de Zaak niet aan te pakken en dat is begrijpelijk. Omdat de werkgever volgens de wet eindverantwoordelijk was, was het voldoende geweest om Feijen SP erop te wijzen, dat de eerste spreekuurrapportage niet geldig was, omdat deze niet was opgesteld door een bedrijfsarts, maar door een basisarts. Feijen SP zou er zorg voor moeten dragen, dat alsnog het eerste onderzoek na de ziekmelding van Sander zou worden uitgevoerd door een echte bedrijfsarts.

In ieder geval had Sander besloten zijn avontuur kenbaar te maken aan het publiek middels deze website, zodat de mensen kunnen lezen hoe het rechtssysteem werkelijk in elkaar zit; het is niet ontworpen om het volk van dienst te zijn.

Correspondentie tussen Erik Haakmeester en Sander
Op 15 maart ontving Sander onderstaande brief per e-mail en enkele dagen later per aangetekende post van Erik Haakmeester:

Beste Sander,

Naar aanleiding van de rapportage van de arbo arts zijn we genoodzaakt je per 14 maart weer beter te melden. We roepen je bij deze op om je werkzaamheden per direct te hervatten. Je bent vandaag 15 maart niet verschenen en je hebt je niet afgemeld. Dit is niet zoals het hoort.

Indien je het niet eens bent met het oordeel van de arbo arts kun je een second opinion bij het UWV aanvragen. De arbo ats heeft je hierover ook geinformeerd.

Als je ervoor kiest om in afwachting van het oordeel van het UWV de werkzaamheden niet hervatten zijn we gerechtigd om je loondoorbetaling op te schorten We hebben nog geen beslissing genomen of we ook uitvoering gaan geven aan het opschorten. We melden je bij deze wel alvast als blijkt dat je had kunnen werken we de onnodig betaalde dagen op je gaan verhalen. Graag horen we van jouw wat je beslissing is, zo dat wij een keuze kunnen maken in deze.

We zouden deze zaken graag persoonlijk bespreken maar je hebt eerder te kennen gegeven hiervoor niet open te staan. Ook wou je geen telefonisch gesprek. Om je als nog een mogelijkheid te bieden om in gesprek te gaan met ons nodigen we je uit voor vrijdag om 16 maart om 0930 op kantoor van Feijen SP voor een persoonlijk gesprek met Hans Feijen.

Ik zal per telefoon aansluiten.

We betreuren de gang van zaken zeer, en zien je reactive met interesse tegemoet,

met vriendelijke groeten,
Erik Haakmeester / Hans Feijen

Bovenstaande brief is een opvallende wending, omdat Sander tien dagen eerder van Hans Feijen te horen had gekregen, dat Hans niet meer verder wilde met Sander en maar een voorstel moest doen om uit elkaar te gaan. Diezelfde dag kwam Hans er waarschijnlijk achter, dat het uiten van de wens tot beëindiging van de arbeidsovereenkomst niet zo’n slimme zet van hem was geweest, waarschijnlijk nadat Hans bij Erik Haakmeester had geïnformeerd. Sander had een jaarcontract en een eerlijke rechter zou geen reden zien om dit jaarcontract vroegtijdig te ontbinden. Sander had recht om het gehele jaarcontract salaris uitbetaald te krijgen, ook als een werkgever Sander het leven zuur zou maken, zodat Sander ziek thuis zou komen te zitten. Tenminste… zo zou het moeten zijn in een rechtsstaat. Hieronder kunt u het antwoord van Sander lezen in zijn e-mail van 15 maart ‘s avonds laat:

Geachte heer Haakmeester,

In uw email van 15 maart schrijft u dat u genoodzaakt bent mij hersteld te melden en dat ik verplicht ben om mijn werkzaamheden weer te hervatten. Verder verwijt u mij, dat ik op 15 maart niet op mijn werk was verschenen, terwijl ik mij niet had afgemeld. Dat ik niet aan het werk ben gegaan heeft te maken met het advies van de heer Paanakker. Dit advies, in de vorm van een spreekuurrapportage, is zeer gebrekkig en onvolledig opgesteld. Naar ik vermoed, is dit met opzet gedaan om mij zoveel mogelijk in het ongewisse te laten over mijn rechten (en plichten) in het geval van een arbeidsconflict met ziekmelding, die volgens de wet door een bedrijfsarts moet worden beoordeeld.

Ten eerste is de heer Paanakker zelf geen bedrijfsarts, maar een basisarts. Hij beweert onder supervisie van een bedrijfsarts te werken, maar de secretaresse wil mij de naam van deze bedrijfsarts niet geven.

Ten tweede heb ik volgens de Arbeidsomstandighedenwet recht om een second opinion aan te vragen bij een bedrijfsarts. Volgens de Arbeidsomstandighedenwet moet de werkgever de werknemer de mogelijkheid bieden dit second opinion aan te vragen. Deze mogelijkheid hebt u mij niet gegeven, zodat u hier in gebreke bent gebleken. Volgens de NVAB dient de bedrijfsarts de werknemer eveneens op deze mogelijkheid te attenderen. Dit is nergens in de spreekuurrapportage terug te vinden, zodat de heer Paanakker hier in gebreke is gebleken.

Ten derde is het onderzoek door deze arts zeer gebrekkig geweest, dat valt onder meer terug te zien aan de wijze waarop de spreekuurrapportage is opgesteld. Op geen enkele wijze wordt toegelicht waarom de heer Paanakker mij niet ziek heeft bevonden, terwijl ik duidelijk signalen heb gegeven die er op duiden dat ik ook ziek zou kunnen zijn. De heer Paanakker heeft de door mij gegeven signalen aangaande mijn geestelijke– en lichamelijke gezondheid van de hand gewezen, zonder deze verder te onderzoeken. In het medisch dossier zal dan ook dit onderzoek ontbreken. Het Regionaal Tuchtcollege te Zwolle zegt over dit onderzoek en de spreekuurrapportage:

Teneinde het door de bedrijfsarts uitgevoerde onderzoek te kunnen toetsen is cruciaal dat de bevindingen en conclusies van dat onderzoek, alsmede de daarop gebaseerde adviezen inzichtelijk worden gerapporteerd. Er moet sprake zijn van een deugdelijk en compleet rapport.

Ten vierde heeft de heer Paanakker de STECR Werkwijzer Arbeidsconflicten niet genoemd. Hier is de heer Paanakker wederom tekort geschoten, dat valt te herleiden uit onderstaand citaat:

De Geschillencommissie Arbodiensten (een onafhankelijke commissie, ingesteld door de Branche Organisatie Arbodiensten) heeft in haar jaarverslag over 2003 aangegeven dat arbodiensten er goed aan doen partijen in een vroeg stadium uit te leggen hoe zij adviseren over arbeidsconflicten en op basis waarvan dat gebeurt. Daarmee kunnen veel misverstanden en klachten worden voorkomen.

Omdat de heer Paanakker de STECR Werkwijzer Arbeidsconflicten niet heeft toegepast, is de conflictsituatie door hem niet in kaart gebracht. Uit de spreekuurrapportage valt niet op te maken hoe ernstig het arbeidsconflict is, terwijl de arbeidsrelatie onherstelbaar is beschadigd. Dit is zelfs schriftelijk vastgelegd in de concept vaststellingsovereenkomst, die u niet wilt accepteren.

Ten vijfde heeft de heer Paanakker advies gegeven om mediation toe te passen teneinde het arbeidsconflict op te lossen. U doet niets met dit advies, zodat u hier in gebreke blijkt.

U negeert het feit dat er een arbeidsconflict is ontstaan, waarbij de arbeidsrelatie onherstelbaar is beschadigd en u dwingt mij weer aan het werk te gaan. Ik herinner u eraan, dat u zich dient te gedragen als een goed werkgever, zoals is beschreven in artikel 7:611 van het Burgerlijk Wetboek en art. 3 lid 1 van de Arbeidsomstandighedenwet.

Indien u zich als een goed werkgever had gedragen, dan had u mij de mogelijkheid gegeven een second opinion aan te vragen bij een bedrijfsarts en had u het advies van de bedrijfsarts opgepakt om mediation in te schakelen. Daarentegen gedraagt u zich als een kwaadaardige werkgever, die zijn werknemer door machtsmisbruik zoveel mogelijk onder druk zet teneinde hem kapot te maken en op goedkope wijze van de hand te doen. Ik waarschuw u dan ook deze praktijken te stoppen en u als een goed werkgever te gedragen. Het dreigen met opschorting van het salaris is in deze situatie dan ook niet gerechtvaardigd.

Omdat de heer Paanakker op diverse eerder genoemde (en nog niet genoemde) punten in gebreke is gebleken, heb ik aanstaande maandag na 16:00 uur een telefonisch onderhoud met hem. Ik verwacht dat u in overleg met de heer Paanakker mij in ieder geval de mogelijkheid aanbiedt om aanstaande maandag een second opinion aan te vragen, maar wellicht is dit niet nodig, indien de heer Paanakker bereid is zijn spreekuurrapportage te herzien, zodat deze wel voldoet aan de wet- en regelgeving. Overigens zal hij nog wel enkele vragen moeten beantwoorden, die hij nog per email van mij zal ontvangen.

Ik zal mijn werkzaamheden dan ook niet hervatten. Er kan van mij in redelijkheid niet worden verwacht dat ik dit onder de huidige omstandigheden zou moeten doen.

Ik zal u dinsdag laten weten wat de heer Paanakker en ik hebben besproken. Afhankelijk van de snelheid waarmee de heer Paanakker mijn klachten en ongenoegen ten aanzien van de spreekuurrapportage oppakt, zal ik u daarop zo snel mogelijk laten weten of ik gebruik wil maken van mijn recht op een second opinion bij een andere bedrijfsarts.

Met vriendelijke groet,
Sander van Leenen

E-mail van 16 maart van Erik Haakmeester aan Sander:

Beste Sander,

We betreuren dat jij de zaken zo ervaart als je ze schrijft.
We kunnen ons ook niet geheel in je verhaal vinden.
In ons schrijven van 15 maart hebben we duidelijk aangegeven dat je gerechtig ben een second opinion aan te vragen en we hebben je gevraagd of je dat gaat doen.

Verder hebben we een voorstel gedaan voor een persoonlijk gesprek met als doelstelling een orienteerend gesprek rondom het vervolg bijvoorbeeld mediation.

Het moet ons van het hart dat wij een en ander op een zeer andere wijze ervaren als jij. We zouden graag maandag van je weten of je wel of geen second opinion plaats laat vinden en zoals eerder gemeld zullen we op basis daar van je verder informeren over onze acties.

Met vriendelijke groeten,
Erik Haakmeester

E-mail van 20 maart van Sander aan Erik Haakmeester:

Geachte heer Haakmeester,

Bij deze mijn reactie op uw mail d.d. 16 maart jl.
Ik heb gistermiddag telefonisch contact gehad met de arbo-arts. Hieronder staan kort weergegeven de conclusies die ik daaraan verbind.
We verschillen nogal van mening over de juistheid van zijn advies. Volgens de Arbeidsomstandighedenwet en de daaruit voortvloeiende STECR-Werkwijzer Arbeidsconflicten behoort een advies aan een aantal voorwaarden te voldoen.
Zo is bijvoorbeeld de bedrijfsarts verplicht het arbeidsconflict in kaart te brengen, mijn eventuele medische klachten te onderzoeken (is bij mij niet gebeurd) en mij te wijzen op het recht op een second opinion bij een bedrijfsarts. Een second opinion is niet hetzelfde als een deskundigenoordeel bij het UWV. Naar mijn mening heeft hij hier -al dan niet bewust- een hoop steken laten vallen. Dit advies volstaat dan ook niet.

Naar mijn mening hebben we een aantal opties om dit traject te vervolgen, waarbij u wederom kunt kiezen uit onderstaande drie opties:

  1. Ik ga voor een second opinion naar een echte bedrijfsarts. (dus niet een arbo-arts) U had namelijk in eerste instantie volgens de Arbeidsomstandighedenwet al een bedrijfsarts moeten inschakelen. Het advies wat de bedrijfsarts uitbrengt is niet vrijblijvend. Als deze bedrijfsarts eerlijk, integer en kundig is zal deze naar mijn mening concluderen dat de arbeidsrelatie onherstelbaar is beschadigd. Een logisch advies zal dan ook zijn: een tweede spoor met mediation.
  2. U schakelt mediation in. Aangezien de arbeidsrelatie onherstelbaar beschadigd is, zal de mediator spoor 2 moeten adviseren. Dan wordt u geadviseerd een derde partij in te schakelen die kan verzorgen dat ik elders in een vergelijkbare functie aan het werk kan. Onze overeenkomst loopt dan door tot het moment dat een nieuwe werkgever besluit mijn bestaande arbeidscontract over te nemen.
  3. We beëindigen de arbeidsovereenkomst middels een vaststellingsovereenkomst. Deze beëindiging zal zijn per 1 juli 2018 en niet per 1 juni 2018, zoals ik in eerste instantie had voorgesteld. Dat ik deze datum heb veranderd, heeft te maken dat u mijn eerste voorstel niet hebt geaccepteerd en ik schade ondervind van het voortbestaan van dit arbeidsconflict. Het had snel kunnen opgelost kunnen worden, maar u hebt zich behoorlijk misdragen door mij te sommeren weer aan het werk te gaan, te dreigen met het opschorten van mijn salaris en bovendien hebt u mij niet de mogelijkheid gegeven een second opinion aan te vragen bij een bedrijfsarts. Dergelijk gedrag is niet goed voor mijn gezondheid en kost mij bovendien tijd, energie en geld. Afgezien van de datum, ga ik akkoord met de door mij voorgestelde concept vaststellingsovereenkomst, zoals u deze van mij per email van 12 maart jl. had ontvangen en niet had geaccepteerd.

Ik zie uw reactie graag tegemoet.

Met vriendelijke groet,
Sander van Leenen

E-mail 20 maart van Erik Haakmeester aan Sander:

Beste Sander,

Naar aanleiding van je schrijven willen we graag als volgt reageren. Op het dispuut tussen jouw en de arbo arts willen we niet ingaan. Indien jij het niet eens bent met zijn oordeel verwijzen we je graag zoals eerder gedaan naar de mogelijkheid om een Second Opinion aan te gaan. Hiermee hebben we altijd gedoeld op het deskundigen oordeel bij het UWV. De arbo arts heeft je hierover ook geïnformeerd. Je hebt alle gelegenheid en mogelijkheid om dat te doen. We hebben je daarin nooit en op geen enkele wijze een mogelijkheid ontnomen. Tot dat er daarover meer duidelijk is zullen wij het moeten doen met de aan ons verstrekte adviezen.

We vinden willen je er wederom op wijzen dat het niet opvolgen van de adviezen van de arbo arts het gevolg zouden kunnen hebben dat genoodzaakt zijn om je loondoorbetaling op te schorten.

Volgens het nu staande advies ben jij sinds 14 maart niet arbeidsongeschikt en instaat om te werken. We hebben je ook opgeroepen voor arbeid en herhalen dat bij deze. We willen verder graag voor een gesprek uitnodigen om eventuele mediation te inventariseren. We nodigen je hiervoor uit op woensdag 21 maart om 15;30 op kantoor van Feijen SP Bemmel. Dit is reeds de tweede keer dat we dit verzoek bij je neerleggen.

We zien je reactie met interesse tegemoet,

Met vriendelijke groeten,
Erik Haakmeester

E-mail van 21 maart van Sander aan Erik Haakmeester:

Geachte heer Haakmeester.

Ik wil wel in gesprek, alleen heb ik griep.
Ik hou jullie op de hoogte wanneer ik in staat ben om naar Bemmel te komen.

Met vriendelijke groet,
Sander van Leenen

E-mail van 22 maart van Sander aan Erik Haakmeester:

Geachte heer Haakmeester,

Op 21 maart 2018 kreeg ik ’s middags thuis een controleur van Zorg van de Zaak aan de deur, die kwam controleren of ik ziek was na mijn ziekmelding van diezelfde ochtend. Afgezien of ik wel of niet ziek was, ben ik in een ernstig arbeidsconflict verzeild geraakt. Mijn lichamelijke- en psychische gezondheid ondervindt ten gevolge van dit arbeidsconflict schade, zodat mijn ziekmelding wellicht een logisch gevolg is van de situatie.
Het is mij duidelijk dat u mij onder druk wilt zetten en werkweigering ten laste wil leggen, zodat u mij na drie keer werkweigering op staande voet kunt ontslaan. Een rechter zal dit ontslag op staande voet niet accepteren, omdat u zich op meerdere punten als een zeer slecht werkgever hebt misdragen jegens mij en u helaas door blijft gaan uw machtspositie te misbruiken. Hieronder ziet u in een kort overzicht op welke wijze u zich jegens mij hebt misdragen:

a) Op 5 maart had u aangegeven niet met mij verder te willen en dat ik u een voorstel diende te doen om uit elkaar te gaan. Dit voorstel had ik u op 6 maart gegeven, waarbij ik u drie opties had gegeven. U koos voor de optie “vaststellingsovereenkomst”. Nadat ik van de heer Haakmeester de concept vaststellingsovereenkomst had ontvangen, bleek dat u geen ontslagvergoeding wilde betalen, terwijl ik om één maand ontslagvergoeding had gevraagd. Blijkbaar was u het met mijn voorstel dus niet eens en had u dus kunnen kiezen uit één van de twee andere opties: bedrijfsarts of mediation. Vervolgens had ik de concept vaststellingsovereenkomst aangepast, waaronder mijn ontslagvergoeding. Daarop gaf u te kennen dit niet te accepteren en werd ik door u weer aan het werk gestuurd, alsof er niets aan de hand was. Deze wispelturigheid is te verwachten bij verwende pubermeisjes, maar niet bij een goed werkgever. In ieder geval ontkent u hiermee dat het arbeidsconflict is geëscaleerd.

b) Om mijzelf tegen uw machtsmisbruik en bijkomende misdragingen te beschermen, had ik mij ziek gemeld. Vervolgens was ik op 14 maart op spreekuurbezoek geweest bij de heer Paanakker, arbo arts bij Zorg van de Zaak. Ik was het inhoudelijk niet eens met de door hem opgestelde spreekuurrapportage. Helaas had hij mij niet de mogelijkheid gegeven om een second opinion aan te vragen bij een (andere) bedrijfsarts, ook niet nadat ik bij hem per email had geklaagd en hem daarop telefonisch had gesproken. U hebt als werkgever eveneens de plicht er zorg voor te dragen, dat ik een second opinion kan aanvragen bij een bedrijfsarts, maar u hebt dat tot op heden mij nog niet aangeboden, zodat u hier in gebreke bent gebleken. Onderstaande citaten zijn te vinden op de websites van UWV en Arboportaal:

Op 1 juli 2017 ging de nieuwe Arbowet in. Een van de veranderingen is dat uw zieke werknemer zelf een second opinion kan aanvragen bij een andere bedrijfsarts. Deze second opinion is niet hetzelfde als het deskundigenoordeel van UWV en vervangt het deskundigenoordeel niet.

 De second opinion vervangt niet het deskundigenoordeel. Zowel de werkgever als de werknemer kan na de second opinion nog steeds een deskundigenoordeel aanvragen bij UWV.

link: https://www.uwv.nl/werkgevers/actueel/nieuwsbrief/2017/juni/nieuwe-arbowet-werknemer-mag-second-opinionaanvragen.

 In de nieuwe Arbowet staat preventie nog meer centraal. Zo wordt aangegeven dat de bedrijfsarts de werkgever moet adviseren over het toepassen van preventieve maatregelen voor gezond en veilig werken van de werknemers. Ook is opgenomen dat de bedrijfsarts adviseert bij ziekteverzuimbeleiding in plaats van bijstand te verlenen. Hiermee wordt benadrukt dat het de werkgever is die verantwoordelijk is voor de verzuimbegeleiding.

 link: https://www.arboportaal.nl/actueel/arbozorg/wijzigingen

c) U gebruikt de spreekuurrapportage van de heer Paanakker om mij onder druk te zetten. Het mag duidelijk zijn dat de spreekuurrapportage verre van volledig is en dat de illusie wordt gewekt, dat het advies vrijblijvend is. Bovenstaande citaten geven aan, dat het advies van de bedrijfsarts niet vrijblijvend is. U dient dan ook het advies om mediation in te schakelen op te volgen! U bent op dit punt in gebreke gebleken.

d) Omdat u de spreekuurrapportage selectief leest en interpreteert (zodat het u goed uitkomt) dwingt u mij mijn werkzaamheden weer te hervatten. Dit is zeer ernstig, daar het advies van een (echte) bedrijfsarts niet vrijblijvend is en u volkomen het geëscaleerde arbeidsconflict negeert. U bent hier dan ook wederom in gebreke.

Hieronder heb ik de punten nog eens op een rij gezet, waaruit blijkt dat de heer Paanakker in gebreke is gebleken. Ik benadruk nogmaals dat u als werkgever verantwoordelijk bent en zich niet kunt verschuilen achter een (bedrijfs)arts die zijn werk niet naar behoren doet Ik had de heer Paanakker op spreekuur bezocht op 14 maart 2018, een email gestuurd op 14 maart 2018 en telefonisch gesproken op 19 maart 2018.

  1. De heer Paanakker beweert dat de STECR Werkwijzer Arbeidsconflicten niet meer van toepassing is;
  2. De heer Paanakker beweert te werken onder supervisie van een echte bedrijfsarts. Het werken onder supervisie is een juridische constructie die alleen bedoeld is voor bedrijfsartsen in opleiding;
  3. De heer Paanakker mij niet heeft gewezen op de wettelijk verplichte klachtenprocedure. Hij had dit moeten doen, omdat ik aangaande zijn handelen klachten had.
  4. De heer Paanakker mij niet heeft gewezen op het recht op een second opinion bij een andere bedrijfsarts. Voor de duidelijkheid: dit is

NIET hetzelfde als een deskundigenoordeel bij het UWV!

Ik vraag u hierbij wederom mijn verzoek om een second opinion bij een (echte) bedrijfsarts te honoreren. U mag dit niet weigeren.

Hieronder staan drie opties aangaande het traject kan worden vervolgd om dit arbeidsconflict op te lossen. Ik ben bereid af te zien van mijn verzoek om een second opinion bij een bedrijfsarts (optie 1), indien u kiest voor de opties 2 of 3 met bijbehorende voorwaarden. Indien u dus bij de opties 2 of 3 andere voorwaarden wenst, dan is het verstandig eerst met mij te overleggen of ik met aangepaste voorwaarden akkoord ga.

  1. Ik ga voor een second opinion naar een echte bedrijfsarts. U geeft mij een lijst met bedrijfsartsen waaruit ik kan kiezen of u laat mij zelf een bedrijfsarts kiezen.
  2. U schakelt mediation in.
  3. We beëindigen de arbeidsovereenkomst middels een vaststellingsovereenkomst. Deze beëindiging zal zijn per 1 mei 2018. Als ontslagvergoeding ontvang ik twee maandsalarissen.

Ik vind het voeren van een gesprek zonder onafhankelijke derde (mediation) tijdverspilling aangezien u zich structureel misdraagt. U intimideert mij door het advies van de arbo arts in de wind te slaan. U geeft als reden voor een gesprek om mediation te “inventariseren”. Als u een traject mediation wenst is een uitnodiging van de mediator voldoende om mij aan tafel te krijgen.

Hoe verloopt een traject mediation?

  1. U benadert meerdere mediators om te bemiddelen en geeft mij de namen via de mail;
  2. Ik kies een mediator uit;
  3. Het eerste contact met de mediator verloopt telefonisch of via de mail zodat hij het conflict in kaart kan brengen;
  4. Er vindt een eerste gesprek plaats op neutraal terrein. Hier krijgen partijen uitleg over mediation en word er een mediation-overeenkomst opgesteld;
  5. Als beide partijen de overeenkomst tekenen kan de daadwerkelijke mediation van start gaan.

Bron: https://www.judex.nl/rechtsgebied/rechtsbijstand-procedures/de-mediator/artikelen/hoe-verloopt-mediation/

Voor de volledigheid vindt u onder deze email een chronologisch overzicht.

Met vriendelijke groet,
Sander van Leenen

Aangetekende brief van 28 maart van Sander aan Hans Feijen:

Geachte heer Feijen,

Graag zou ik van u reactie ontvangen op mijn mail d.d. 22 maart 2018. Ik voeg de mail bij deze brief. Ook als de actie die u onderneemt een paar dagen tijd kost bent u volgens de bepalingen van goed werkgeverschap (7:611 BW) gehouden mij op de hoogte te houden.

Verder zou ik graag van u vernemen of mijn salaris wordt uitbetaald. Er zijn de afgelopen dagen storingen geweest bij een aantal banken. Vandaar dat hiermee wat vertraging zou kunnen zijn opgetreden.

Met vriendelijke groet,
Sander van Leenen

E-mail van 6 april van Erik Haakmeester aan Sander:

Beste Sander,

Naar aanleiding van recente ontwikkelingen willen we je graag als het volgt informeren. Na je eerste arbo arts bezoek zou je vanaf de 13 de maart je werkzaamheden volgens advies van de arbo arts hebben kunnen hervatten. Je hebt er niet voor gekozen om dit NIET te doen. We hebben je al die tijd aagegeven dat het niet opvolgen van het advies dan wel het niet aanvragen van een second opinion bij de bedrijfsarts of het uwv voor je eigen risico is. Daarmee bedoelen we dat ons het recht voorbehouden de salaris betaling op te schorten.

Je hebt tot heden geen second opinion aangevraagd en de werkzaamheden niet hervat, We willen je bij deze dan ook informeren over het feit, dat per 13 maart 2018 de loon doorbetaling op schorten.

Met vriendelijke groeten,
Erik Haakmeester

E-mail van 9 april van Sander aan Erik Haakmeester:

Geachte heer Haakmeester,

Naar aanleiding van mijn ziekmelding op 13 maart 2018, had ik het spreekuur van een arts, de heer Paanakker, bezocht op 14 maart 2018. Diezelfde dag ontving ik een e-mail met in de bijlage zijn spreekuurrapportage.

Omdat ik het inhoudelijk niet eens was met de spreekuurrapportage, had ik de heer Paanakker op 16 maart een uitgebreide e-mail gestuurd, waarin ik had aangegeven het niet eens te zijn met de gang van zaken en de inhoud van de spreekuurrapportage. De spreekuurrapportage is mijns inziens onvolledig en te vrijblijvend. Daarbij is de heer Paanakker geen bedrijfsarts, zodat hij, zoals het er nu naar uitziet, niet gerechtigd was dit onderzoek uit te voeren. Het werken onder supervisie is op deze manier niet toegestaan.

Omdat ik met het versturen van deze e-mail een klacht had ingediend had ik na mijn aandringen bij de heer Paanakker, met met hem een telefonisch onderhoud gehad op 19 maart. Omdat ik klachten had over zijn rapportage, had de heer Paanakker de wettelijk verplichte klachtenregeling in werking moeten stellen. Dit had hij niet gedaan. Bovendien vond hij het niet nodig mij een second opinion (bij een bedrijfsarts) aan te bieden, terwijl hij dat verplicht was, net zoals de werkgever dat verplicht was. Hij was ook van mening, dat zijn advies vrijblijvend was, zodat de werkgever niet verplicht was zijn advies op te volgen, terwijl zijn advies geenszins vrijblijvend is!

Al met al heb ik meerdere brieven en/of e-mails gestuurd aan zowel u als de heer Paanakker, omdat ik het niet eens was (en ben) met de gang van zaken en derhalve om een second opinion had gevraagd bij een bedrijfsarts. Daarbij bood ik u twee andere opties aan: mediation of beëindiging van het arbeidscontract middels een vaststellingsovereenkomst. In eerste instantie wilde u voor de vaststellingsovereenkomst gaan, maar het bleek dat u dit onder andere voorwaarden wilde doen dan ik had voorgesteld, zodat dit op niets uitliep.

Tot op heden heb ik noch van u, noch van de heer Paanakker opheldering gekregen over de zeer dubieuze gang van zaken!

Het verbaasde mij dan ook, dat ik op vrijdag 6 april werd gebeld door een medewerker van Zorg van de Zaak met de mededeling, dat ik voor een second opinion contact kon opnemen met een bedrijfsarts van ArboNed. Dit is bijna drie weken na het spreekuurbezoek! Ik was nog meer verbaasd dat ik binnen een halfuur na deze mededeling van u een e-mail ontving, waarin u had aangegeven dat u mijn salaris had opgeschort per 13 maart. De reden hiervoor was, dat u mij verweet geen second opinion te hebben aangevraagd, terwijl u (en de heer Paanakker) geen actie had ondernomen om het voor mij mogelijk te maken een second opinion aan te vragen!

Ik attendeer u erop dat u eveneens mijn salaris had ingehouden, terwijl ik volgens u ongeoorloofd ziek ben vanaf 13 maart zodat u tot die tijd in ieder geval mijn salaris moet betalen. U bent te laat met het betalen van dit salaris. Verder bent u gehouden mijn salaris te blijven betalen, omdat u (en de heer Paanakker) diegene bent die in gebreke is gebleven, doordat mij pas op 6 april voor het eerst de mogelijkheid is geboden dit second opinion aan te vragen. Overigens heb ik nooit de uitslag van het onderzoek mogen ontvangen, dat door een controleur van Zorg van de Zaak op 21 maart bij mij thuis was uitgevoerd.

Aangaande de gang van zaken heb ik heden tevens een e-mail aan de heer Paanakker gestuurd, waarin ik wederom om opheldering vraag over de gang van zaken. Deze e-mail vindt u onderaan deze e-mail. Zoals het er nu naar uitziet, was de heer Paanakker niet gerechtigd dit onderzoek uit te voeren, zodat er daardoor hoogstwaarschijnlijk geen sprake kan zijn van een second opinion, omdat het first opinion niet voldeed aan de wet- en regelgeving. Zolang ik geen deugdelijk antwoord krijg op mijn e-mail met vragen aan de heer Paanakker, heeft het voor mij geen zin om een second opinion aan te vragen bij de aangedragen bedrijfsarts van ArboNed.

Mocht er door u uiterlijk vrijdag 13 april niet worden overgegaan tot betaling van mijn (achterstallig) loon, dan zal ik een advocaat inschakelen die deze eis per brief gaat herhalen. Gaat u ook daar niet op in, dan zal deze een kort geding aanhangig maken om loondoorbetaling af te dwingen. De door mij gemaakte kosten zullen natuurlijk op u worden verhaald.

Voor de volledigheid heb ik tevens een chronologisch overzicht bijgevoegd.

Met vriendelijke groet,
Sander van Leenen

E-mail van 10 april van Sander aan Erik Haakmeester:

Geachte heer Haakmeester,

Ik begrijp dat u niet van plan bent om mijn loon te gaan betalen? Dat scheelt weer 5 dagen!

Met vriendelijke groet,
Sander van Leenen

E-mail van 10 april van Sander aan Erik Haakmeester:

Geachte heer Haakmeester,

De vraag is, of jullie de betaling van mijn salaris gaan hervatten of niet. Indien jullie de betaling van mijn salaris niet hervatten dan zal ik dit afdwingen middels een gerechtelijke procedure.

Met vriendelijke groet,
Sander van Leenen

E-mail van 10 april van Erik Haakmeester aan Sander:

Sander,

Ik begrijp je vraag niet ?

Erik Haakmeester

E-mail van 10 april van Erik Haakmeester aan Sander:

Beste Sander,

Naar aanleiding van je mail willen we toch nog even reageren, na je bezoek aan de arbo arts op 13 maart kregen wij een rapportage waarin stond dat je niet arbeidsongeschikt bent en dat je instaat was om je werkzaamheden te hervatten.

We hebben je kort daarna opgeroepen voor werk en je geïnformeerd over wat de consequenties zouden kunnen zijn als je dit niet doet. Je hebt hierop ook uitvoerig gereageerd. Ook hebben we je direct geïnformeerd over de mogelijkheden voor een second opinion.

We hebben je hierna nog meerdere malen uitgenodigd om mediation te bespreken, dan wel op basis van een persoonlijk gesprek tot een oplossing te komen. Hierop heb je tot heden enkel gereageerd dat je niet persoonlijk in gesprek wil gaan. Verder hebben je zowel schriftelijk als mondeling gevraagd een Second opinion aan te vragen bij het UWV dan wel de arbo dienst, indien jij dit nodig acht. We zijn geïnformeerd door de arbo dienst dat men je daar vanaf de 13 de maart ook deze mogelijkheid heeft geboden en jouw het doorvoor bestemde email adres heeft verstrekt. Toen ons op 6 april duidelijk werd dat je dit nog niet gedaan had, bleef ons geen andere mogelijkheid dan de loondoorbetaling te staken per 13 maart zoals aangekondigd.

We zijn van mening dat je ons geen andere uitweg bied. Dit doordat je geen gehoor geeft aan het advies van de arbo arts, danwel dat je geen second opinion aanvraagt. Ook wens je mediation niet op te starten. Hierdoor is het jouw gedrag die ons geen andere mogelijkheid bied, dan het doen van een loon maatregel.

Tot slot moeten we helaas nog melden dat we ons niet kunnen vinden in de door jouw weergegeven zaken zoals in je mail van 9 april beschreven en we bestrijden de weergave van deze punten en de inhoud daarvan op verschillende punten ten zeerste.

We betreuren de gang van zaken ten zeerste en hadden het graag anders gezien,

Met vriendelijke groeten,
Erik Haakmeester

Onderstaande e-mail van 18 april van Sander aan Erik Haakmeester had betrekking op de e-mail van 16 april van Astrid Verbruggen (Zorg van de Zaak) aan Sander, waarin Sander werd medegedeeld, dat het niet mogelijk was een second opinion aan te vragen bij de bedrijfsarts T. Zijderveld van ArboNed. Dit was zeer merkwaardig, omdat Zeynep Karadavut (Zorg van de Zaak) eerder telefonisch aan Sander had verteld, dat hij bij de bedrijfsarts T. Zijderveld van ArboNed een second opinion kon aanvragen! Nu bleek dat ineens niet meer te kunnen en vroeg Astrid Verbruggen aan Sander opnieuw een aanvraag voor een second opinion bij Zorg van de Zaak in te dienen, indien hij een second opinion wenste. Wat een onzin! Volgens de wet diende Sander enkel bij de bedrijfsarts of zijn werkgever aan te geven, dat hij een second opinion wilde en zou vervolgens zijn werkgever dit second opinion moeten regelen én betalen!

Geachte heer Haakmeester, (e-mail van 18 april)

Ik heb onderstaande mail ontvangen van Zorg van de Zaak. Graag duidelijkheid over wáár ik nu de second opinion aanvraag!

Met vriendelijke groet,
Sander van Leenen

E-mail van 18 april van Erik Haakmeester aan Sander:

Beste Sander,

Wij hebben altijd aangegeven dat het aan jouw is om een second opinion aan te vragen waar is ons om het even.
Het bevreemd ons zeer dat een en ander zolang moet duren. Om er zeker van te zijn dat je niet lang hoeft te wachten zullen wez elf zorg van de zaak ook nog een keer benaderen.
Echter voor de duidelijkheid jij moet een second opinion aanvragen en jij dient dus nu de stappen te zetten richting zorg van de zaak. Wij zijn van mening dat dit al veel te lang duurt.

Met vriendelijke groeten,
Erik Haakmeester

Sander was inmiddels ook begonnen met zoeken naar een advocaat op basis van toevoeging. Uiteindelijk was Gunnar Oudshoorn van Corbeek Frijns Advocaten te Arnhem bereid hem bij te staan. Onderstaande e-mailwisseling is niet geheel compleet, omdat diverse informatie anders dubbel zou worden weergegeven en ook telefonisch werd overlegd. De strekking van het verhaal is duidelijk:

E-mail van 26 april van Gunnar Oudshoorn aan Sander:

Beste Sander,
Vandaag had ik een cursus tot 21:30u en daarna heb ik nog telefonisch contact gehad met Erik Haakmeester. Mijn excuses dat ik je dan ook nog zo laat een mail stuur, maar ik vond het handiger dat jij even kan nadenken over het voorstel van Feijen dan dat ik je maandagochtend hierover pas bericht.

Ik stuur deze mail ook even via mijn telefoon omdat ik nu geen laptop tot mijn beschikking heb.
Ik heb ongeveer een half uur met Haakmeester gesproken. Uiteraard heeft hij een andere visie op de gang van zaken. Dat is op zich niet vreemd in dergelijke dossiers.

We hebben het gehad over de voorwaarden waarop we wellicht tot een regeling kunnen komen. Nu had hij nog geen overleg gehad met zijn client en dus is het voorstel nog onder enig voorbehoud, en datzelfde geldt natuurlijk voor het voorbehoud dat ik namens jou heb gemaakt. Ik had van jou toestemming om het voorstel te doen zoals we gedaan hebben maar voor het aanvaarden van een tegenvoorstel heb ik natuurlijk ook eerst jouw instemming nodig.

Nu denken wij dat een volgende regeling wellicht passend zou kunnen zijn:

  • onder voorbehoud van het bereiken van een regeling op 30-4
  • directe opheffing van de loonopschorting, dus nabetalen salaris vanaf 13 maart (datum doe ik even uit mijn hoofd)
  • einde dienstverband 1 juni 2017;
  • vrijgesteld van werk;
  • geen extra beeindigingsvergoeding;
  • wel uitbetaling vakantiegeld
  • wel uitbetalen openstaande saldo vakantiedagen maar minus 5 dagen (en dan geen opbouw vakantiedagen meer
  • over de vrijgestelde maand mei / of uitbetaling saldo minus 7 vak dagen en wel opbouw vakantiedagen over mei – dat is qua resultaat om het even;
  • vergoeding € 143,- netto rechtsbijstand
  • finale kwijting over en weer.

Kortom, jouw water bij de wijn ten opzichte van het reeds gedane voorstel is het afzien van de beëindigingsvergoeding en 1 week salaris (5 vakantiedagen en dan geen opbouw vakantiedagen over de maand mei).

Als ik deze regeling naast het altijd onzekere resultaat van een procedure leg, dan acht ik deze middenweg een passende uitkomst van de discussie. Je hebt dan snel inkomen, duidelijkheid en rust.

Wil je mij laten weten of dit voor jou passend en acceptabel is?
Nogmaals ik heb nog geen formeel groen licht van Feijen gezien (we zouden het allebei in de week leggen) maar ik neem aan dat Haakmeester ook wel weet tot waar hij zijn client nog mee kan trekken.

Ik verneem graag uiterlijk maandagochtend 9:30u van je.
Fijne Koningsdag en een goed weekend gewenst.

Met vriendelijke groet,
Gunnar Oudshoorn

E-mail van 26 april van Gunnar Oudshoorn naar Erik Haakmeester:

Geachte heer Haakmeester,

Tot mij heeft zich de heer Sander van Leenen gewend met het verzoek hem bij te staan in het geschil dat hij heeft met zijn werkgever FeijenSP B.V. Uit het dossier maak ik op dat u als adviseur de werkgever bijstaat en als zodanig ook communiceert met cliënt.

Klaarblijkelijk is de kern van de tussen partijen ontstane discussie de eenzijdige wijziging van de arbeidstijden in januari 2018 door FeijenSp geweest. Het behoeft geen betoog dat de wijze waarop deze eenzijdige wijziging is doorgevoerd c.q. doorgedrukt noch past binnen de reikwijdte van artikel 7:613 BW, noch past binnen de reikwijdte artikel 7:611 BW en dan in het bijzonder niet binnen de spelregels zoals die zijn bepaald in de Stoof-Mammoet jurisprudentie. Het ontstaan van de discussie is de werkgever dan ook toe te rekenen.

Zelfs de cao tentoonstelingsbedrijven schrijft in artikel 7, lid 2 uitdrukkelijk voor dat wijziging van de werktijden alleen met instemming van de werknemer kan plaatsvinden.

Aan cliënt is vervolgens verzocht een voorstel te doen hoe partijen het dienstverband met wederzijds goedvinden kunnen beëindigen. Cliënt heeft dat voorstel gedaan, maar dat (alleszins redelijke) voorstel is direct verworpen.

Uiteindelijk heeft cliënt zich genoodzaakt gezien zich ziek te melden. De ingeschakelde arts (let wel, geen bedrijfsarts) constateert vervolgens een arbeidsconflict en stelt vast dat er een oplossing moet komen voor het ontstane arbeidsconflict, waarbij dan eveneens wordt geopperd dat een externe derde hier bij aanwezig kan zijn.

Door cliënt wordt vervolgens aan u aangegeven dat hij niet begrijpt waarom de arts hem niet ook medisch ziek acht. Daarom verzoekt cliënt om een second opinion bij een bedrijfsarts. Let wel, dit is iets anders dan het aanvragen van een deskundigenoordeel bij het UWV. Wellicht ten overvloede, maar sinds 1 juli 2017 is de Arbowet namelijk gewijzigd en geeft dit de werknemer de mogelijkheid om een second opinion aan te vragen bij een andere bedrijfsarts(aldus naast het deskundigenoordeel van het UWV). Daar heeft de werknemer aldus drie maal om verzocht. Het is dan aan de werkgever c.q. de door hem ingeschakelde bedrijfsarts om aan te geven uit welke bedrijfsartsen de werknemer kan kiezen. De kosten voor een second opinion zijn – anders bij een deskundigenoordeel – voor de werkgever.

Hierop wordt niet of niet inhoudelijk gereageerd door FeijenSp, door u of de bedrijfsarts. In ieder geval wordt hem aldus de door hem gewenste mogelijkheid van een second opinion (nogmaals, niet het deskundigenoordeel bij het UWV) ontnomen.

Toch schort FeijenSP, op grond van het feit dat cliënt geen ‘second opinion’ heeft aangevraagd, het loon op per 13 maart 2018. Die opschorting is aldus zonder enige wettelijke basis en geeft nodeloos veel druk op het gezin van cliënt. Dat is niet passend voor een redelijk handelend werkgever.

Ik verzoek FeijenSP – los van het wel of niet bereiken van een regeling – dan ook per omgaande het opgeschorte loon aan cliënt te betalen. Blijft betaling uit, dan ben ik genoodzaakt FeijenSP in kort geding te betrekken en daarin eveneens de wettelijke verhoging (welke inmiddels 50% van het loon zal bedragen) te gaan vorderen. Ik veronderstel dat het niet zover hoeft te komen.

Na het herstel van de betaling van het loon zijn partijen er uiteraard nog niet. Er is nog een arbeidsconflict dat opgelost dient te worden. Cliënt is uiteraard bereid daarover in gesprek te gaan, maar gelet op het feit dat mede door FeijenSp al is aangegeven liever te zien dat het dienstverband wordt beëindigd, is het wellicht beter de energie de komende tijd te richten op het bereiken van een regeling. Het niet bereiken van een regeling kost beide partijen immers altijd meer; de werkgever meer geld en de werknemer zijn gezondheid.

In dat kader doe ik namens cliënt het volgende voorstel:

Indien op 30 april 2018 (aldus aanstaande maandag) voor 13:00u een direct te aanvaarden voorstel voor een VSO op dit mailadres is ontvangen, is cliënt bereid tot het volgende:

  • Einde dienstverband op 1 juni 2017, op basis van VSO met verschil van inzicht;
  • Vrijstelling van werk, met behoud van salaris, maar zonder reiskostenvergoeding;
  • Uitbetaling alle vakantie/snipperuren;
  • Reguliere eindafrekening, binnen 14 dagen einde dienstverband
  • Beëindigingsvergoeding ter hoogte van 1 bruto maandsalaris, te voldoen binnen 14 dagen na einde dienstverband.
  • Postcontractuele bedingen zoals concurrentiebeding en relatiebeding komen te vervallen. Voor de goede orde, naar alle waarschijnlijkheid zijn deze bedingen al geheel vernietigbaar, nu de WWZ voorschrijft dat dergelijke bedingen in een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd enkel kunnen worden opgenomen indien ook een uitgebreide motivering is opgenomen. Dat is hier niet aan de orde.
  • Vergoeding van de netto-kosten van de eigen bijdrage van de toevoeging ad € 143,-;
  • Na uitvoering finale kwijting over en weer.

Indien partijen niet in april tot overeenstemming kunnen geraken, dan is het voorstel gelijk als hierboven met dien verstande dat het einde van het dienstverband dan dient te worden gesteld op 1 juli 2017.

Het is aan FeijenSP of zij het thans snel en redelijk wenst te regelen.
Ik verneem graag spoedig.

Met vriendelijke groet,
Mr. GUNNAR OUDSHOORN
ADVOCAAT

E-mail van 30 april van Sander aan Gunnar Oudshoorn:

Geachte heer Oudshoorn,

Naar aanleiding van ons telefonisch onderhoud wil ik u bij deze laten weten niet akkoord te gaan met het tegenvoorstel van Feijen.

Verder geef ik u bij deze toestemming om mijn e-mail van afgelopen zondagochtend te communiceren met de heer Haakmeester. Als er geen maand extra salaris wordt betaald, dan wil ik dat u de procedure voor het kort geding in werking stelt om de loonopschorting van tafel te krijgen.

Verder wil ik u erop attenderen, dat ik graag volledig door u op de hoogte word gehouden. Als u schriftelijk wilt communiceren met de heer Haakmeester, maar nog geen toestemming heeft van mij, dan lijkt het mij heel normaal dat u mij hierom vraagt.

Met vriendelijke groet,
Sander van Leenen

E-mail van 30 april van Gunnar Oudshoorn aan Sander:

Geachte heer Van Leenen,

Vandaag hebben we een aantal maal telefonisch gesproken over het voorstel van Feyen. Zoals door mij aangegeven acht ik het laatstelijk gedane tegenvoorstel, namelijk aanvaarding van uw voorstel behoudens de maand mee als vergoeding (en niet meer het opnemen van enige vakantiedagen), redelijk, gelet op de ontstane situatie. Qua vergoeding is het laatste voorstel van Feyen overigens gelijk aan hetgeen u zelf heeft voorgesteld in de maand maart 2018. In zoverre begrijp ik niet zo goed waarom aanvaarding op dit moment dan niet mogelijk zou zijn.

Dat gezegd hebbende, het is uw dossier, uw dienstverband en uw inkomen, zodat u daarover beslist. Als advocaat heb ik ook een eigen verantwoordelijkheid en als ik ergens niet achter kan staan, dan verneemt u dat wel van mij. Hoewel ik zelf het voorstel acceptabel vind, is het niet zo dat ik nu weiger om uw tegenvoorstel alsnog te communiceren aan Feyen. U trekt de streep en dat is uw goed recht; ik schat de kans echter groot in dat de werkgever niet akkoord gaat. U gaf aan dat te begrijpen en de risico’s die daarmee gepaard gaan te accepteren.

Zoals ook aangegeven heb ik het dossier feitelijk pas één werkdag onder mij en kan ik daarom slechts op hoofdlijnen adviseren.

Ik ben het met u eens dat er ruis op de lijn is ontstaan over de mogelijkheid van het aanvragen van een 2nd opinion van de bedrijfsarts. De thans aanwezige mails in het dossier geven aanleiding te stellen dat deze ruis hoofdzakelijk is veroorzaakt door de werkgever.

Ik kan evenwel niet uitsluiten dat er ook enig verwijt aan uw zijde zal worden gemaakt. In ieder geval voor wat betreft de verharding van de toon tussen partijen. Verder zal een 2nd opinion van een bedrijfsarts er niet toe leiden dat daarmee het oordeel van de eerste bedrijfsarts ‘overruled’ wordt. Een eventueel afwijkend oordeel van de tweede bedrijfsarts zal worden teruggekoppeld aan de eerste bedrijfsarts, waarna het aan de eerste bedrijfsarts is om zijn mening wel / niet bij te stellen. Indien u een oordeel had gewenst dat meer gewicht in de schaal zou leggen, dan was het vragen van een deskundigenoordeel in zoverre logischer geweest. Daar bent u overigens wel op gewezen, maar heeft u niet aangevraagd. Dat laatste zal overigens ingegeven zijn door het feit dat u op het spoor van een 2nd opinion zat, maar een kantonrechter kan zich wellicht op het standpunt stellen dat gelet op de discussie een deskundigenoordeel hier de voorkeur had verdiend.

U gaf aan dat er volgens u sprake is van situatieve arbeidsongeschiktheid. Vooralsnog heb ik geen stukken in het dossier, anders dan uw stelling, welke dat onderbouwt. Ik kan daarom ook niet garanderen dat de rechter de loonopschorting van tafel veegt. Daar zit een risico in.

Verder geef ik u ter overdenking mee dat u heeft aangegeven geen situatie voor ogen te hebben waarin u nog gaat werken bij Feyen, maar dat het mijn inschatting is dat indien partijen niet tot een regeling komen, partijen alsnog met elkaar om de tafel moeten om het ontstane conflict op te lossen en dat u vervolgens weer aan het werk dient te gaan. Daarna geldt (indien er geen sprake is van ziekte) de regel ‘geen arbeid, geen loon’. Ook daarvan was u zich bewust.

Ik zal aan Haakmeester communiceren dat u bij het voorstel blijft, zoals gedaan is. U verzoekt mij uw mail van zondagochtend 1- op- 1 door te zetten. Dat lijkt mij niet verstandig, nu daar vragen van u aan mij in staan, welke de wederpartij informatie oplevert, welke informatie zij niet behoeft te hebben.

Ik zal Haakmeester daarom enkel het onderstaande mailen:

“Geachte heer Haakmeester,

Ik heb uw laatste voorstel, zoals u vanochtend aan mij telefonisch deed, besproken met cliënt. Cliënt blijft evenwel bij het voorstel zoals verwoord in mijn mail van donderdag jl.

Ik verneem graag vandaag, bij voorkeur voor 16:00u, of partijen op die basis (alsnog) tot overeenstemming kunnen. Indien dat niet het geval is, dan heeft cliënt mij verzocht rechtsmaatregelen te nemen.

Met vriendelijke groet,”

Ik verneem graag per mail of u hiermee kunt instemmen?

Met vriendelijke groet,
Mr. GUNNAR OUDSHOORN
ADVOCAAT

Geef een reactie

Gelieve met een van deze methodes in te loggen om je reactie te plaatsen:

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s